dinsdag 5 mei 2020

Kerk: stenen of mensen?

Een aantal weken geleden keurde de gemeenteraad van Tielt-Winge een princiepsakkoord goed dat afgesloten werd tussen het gemeentebestuur en het aartsbisdom Mechelen-Brussel. Daarin staat dat 3 kerken in onze gemeente gaan herbestemd worden en één kerkgebouw een nevenbestemming kan krijgen. Twee kerken, één in Tielt en één in Winge, blijven behouden voor de eredienst en de Roeselbergkapel blijft behouden als bedevaartkapel.

Het verdwijnen van de typische dorpskerk maakt ongetwijfeld emoties los. Velen zijn er gedoopt, deden er hun eerste communie, ontvingen daar het sacrament van het vormsel, huwden er en velen van de dorpelingen kregen er ook een uitvaartplechtigheid. Maar valt het kerkgebouw ook samen met de geloofsgemeenschap?

Een verhaal uit het Zuiden
We zijn geneigd dat te denken. Voor ik aan de slag ging als diaken in Tielt-Winge werkte ik voor de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood, dat vroeger Oostpriesterhulp heette. Deze vereniging steunt  projecten van de katholieke Kerk in het buitenland waaronder tal van bouwprojecten. Anders dan bij ons, groeit het aantal gelovigen in het Zuiden enorm aan.

Zo las ik onlangs over de parochie van de Heilige Drievuldigheid te Guilmaro, dat in het noordwesten ligt van Benin. Net als nagenoeg alle parochies in Afrika, strekt ze zich uit over een immens gebied met talrijke dorpen. Vele mensen moeten grote afstanden afleggen om de Heilige Mis te kunnen meevieren.

Het dorpje Damouti is de grootste buitenpost van de parochie. Hier staat een bescheiden lemen kapel, veeleer een hut eigenlijk, waar de gelovigen samenkomen om te bidden. Regelmatig komt de priester hier langs om de Heilige Mis te vieren. Als er geen priester komt vinden er toch gebedsvieringen o.a. ter ere van Maria, rozenkransgebeden en catechese plaats.

Het kleine lemen gebouw is veel te klein om plaats te kunnen bieden aan alle gelovigen. Tijdens de Heilige Mis staan meer dan de helft van de mensen die aan de viering deelnemen buiten. In het droogteseizoen zijn ze niet beschermd tegen de verschroeiende zon en de immense hitte en in het regenseizoen zijn ze blootgesteld aan hevige regenbuien. Bovendien is het zeker niet gemakkelijk om de erediensten te volgen wanneer men buiten staat.

Lemen hut doet dienst als kapel (c) Kerk in Nood
Het aantal gelovigen blijft maar toenemen. Elk jaar vinden er vele doopsels plaats. 60 procent van de inwoners van de parochie volgen traditionele Afrikaanse godsdiensten. Toch staan velen van hen open voor de Blijde Boodschap van Christus.

De gelovigen zouden heel graag over een grotere kapel beschikken. Aangezien ze op eigen kracht de middelen daarvoor niet kunnen bijeenkrijgen, heeft de pastoor Noel Kolida zich vol vertrouwen tot Kerk in Nood gewend, met de vraag of de organisatie zou kunnen helpen met geldelijke steun.

Wat valt er op in dit verhaal?
De parochie is heel uitgestrekt. Vaak is de oppervlakte van zo één parochie te vergelijken met een Vlaamse provincie bij ons. Niet alle dorpen beschikken over een eigen gebouw voor de eredienst. Als ze de Heilige Mis of een gebedsdienst willen bijwonen, moeten de mensen daarvoor vaak uren stappen. De parochiepriester die verantwoordelijk is voor zo een parochie kan maar enkele keren per jaar de Mis opdragen op een plek waar wel een gebouwtje is voor de eredienst. Op andere zondagen bidden de mensen een rozenkransgebed, volgen een gebedsdienst of krijgen catechese. Daarvoor zorgen catechisten, dat zijn goed opgeleide gelovigen die de lokale gemeenschap bijstaan. Toch heerst er een enorme geestdrift en groeit de gelovige gemeenschap aan. Wanneer de priester langs komt om de eucharistie op te dragen, staat meer dan de helft van de parochianen buiten het gebouw. Het kerkgebouw is dus niet bepalend voor de groei en de levendigheid van een gemeenschap. Daarover gaat ook de tweede lezing van deze zondag 10 mei 2020. Iets verder in het blad kan je de officiële tekst lezen van de liturgie: https://www.bijbelhuiszevenkerken.be/blog/2014/05/12/lectionarium-18-mei-2014/#TweedeLezing. Hieronder vind je dezelfde passage uit de Eerste Brief van de apostel Paulus, maar dan in gewone taal.

De kerk als Gods tempel (1ste brief van de apostel Petrus, hoofdstuk 2, vers 4 t.e.m. 9)
God zegt in de heilige boeken: «Ik heb op de berg Sion de eerste steen gelegd voor mijn tempel. De steen die ik gekozen heb, is kostbaar en sterk. Je kunt er veilig op bouwen.»

Jezus Christus is de kostbare steen die God uitgekozen heeft. Hij is de levende steen. Want God heeft hem weer levend gemaakt, nadat de mensen hem gedood hadden. Jullie zijn in hem gaan geloven, en daardoor zijn jullie nu ook levende stenen. Samen zijn jullie Gods tempel.
Jullie brengen offers aan God, als heilige priesters. Jullie offer is het dienen van God door goed te leven. Want dankzij Jezus Christus doen jullie wat God wil.

Voor jullie is Jezus Christus de kostbare steen die God uitgekozen heeft. Want jullie geloven in hem. Maar voor ongelovigen is hij een gevaarlijke steen, een steen waarover ze struikelen. Ongelovigen lijken op bouwers die de belangrijkste steen van een gebouw weggooien. Want zij zijn ongehoorzaam aan de woorden van God. Dat heeft God zo bepaald.

Gods heilige volk
Jullie zijn door God ​uitgekozen, en jullie horen bij hem. Nu zijn jullie een ​heilig​ volk, een volk van ​priesters. God heeft jullie uit de duisternis geroepen om te leven in zijn schitterende licht. Nu kunnen jullie iedereen vertellen over de grote wonderen van God.

Stenen zijn mensen
Volgens de apostel Petrus bestaat de kerk wel degelijk uit stenen, maar het gaat om levende stenen. Het zijn de mensen die in Jezus Christus geloven, die Hem als de hoeksteen van hun leven beschouwen; die samen de kerkgemeenschap opbouwen. Niet het gebouw, maar de mensen vormen de kerk.

Verder zegt Petrus ook dat gans het volk een priesterlijke taak heeft. We hoeven niet te zitten wachten op priesters om een gelovige gemeenschap te vormen. Iedereen kan nu al vertellen over God, over zijn wonderlijke kracht in ons leven.

Het is een boodschap ook aan de gelovigen vandaag in Tielt-Winge. Het christelijke leven in onze gemeente kan bloeien als wij Jezus aanvaarden als de kern van ons leven en Hem willen dienen door onze inzet voor anderen, door over Hem te vertellen en door actief deel te nemen aan de vieringen, waar ze ook plaats vinden.

Luc Claeys, permanent diaken

Dit artikel verschijnt op de lokale bladzijden van Tielt-Winge in Kerk&leven nummer 19 van woensdag 6 mei 2020.  Zelf abonnee worden: http://pastoralezonetielt-winge.blogspot.com/p/parochieblad.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dank u wel voor uw reactie. Van zodra ze is nagelezen en goedgekeurd, zullen we ze publiceren.