woensdag 29 januari 2020

Feest Opdracht van de Heer

Op Lichtmis, 2 februari, viert de Kerk dat Maria en Jozef 40 dagen na de geboorte met hun zoontje naar de tempel gingen om Hem op te dragen aan de Heer. Uit dit Bijbels verhaal is dan ook de traditie ontstaan dat wij alle kinderen en jongeren uitnodigen tijdens de vieringen van Lichtmis om Gods zegen te ontvangen. Hiermee wordt de kersttijd definitief afgesloten.

Op zaterdag 1 februari nodigen we alle kandidaat eerste communicanten en vormelingen van heel de parochie Sint-Donatus Tielt-Winge uit voor de kinderzegen in de viering in de kerk van Sint-Denijs in Houwaart om 18.00 u.

Op zondag 2 februari verwachten we  de ouders en hun gedoopte  kinderen  (sinds 2 februari 2019) .
voor de kinderzegen in de kerk van Onze-Lieve-Vrouw in Tielt om 10.00 u. Het doopkruisje dat bij het doopsel in de kerk werd opgehangen kan dan ook afgehaald worden.

We vinden het belangrijk dat ook al andere gelovigen van onze parochiekernen naar de kerk komen op dit feest zodat de jongeren en hun ouders voelen dat ze thuis mogen zijn in onze katholieke gemeenschap.

De viering van de liturgie begint met een kaarsjeprocessie. Voor christenen staat de kaarsjesprocessie symbool voor de intrede van Christus in onze wereld en in ons leven. Hij is het Licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen, zoals de oude Simeon zingt in het zondagsevangelie (Lucas 2,22-40).

Bidden we ter voorbereiding van dit feest:

Goede God,
wij hebben geen mooiere namen voor U
dan de namen die Gij Uzelf geeft,
Vader en Moeder van het Leven,
God van Liefde en Licht.
Op deze feestdag van het Licht
willen wij deze kinderen zegenen in uw naam.
Mogen deze kinderen door onze geborgenheid
uw liefde voelen.
Bewaar deze kinderen voor het kwaad,
laat hen goede wegen gaan,
opdat zij mogen zijn en blijven,
kinderen van het licht.
Daartoe vragen wij Uw zegen.

maandag 20 januari 2020

Geest, bron van kerkvernieuwing?


Op het feest van vandaag lezen we over het doopsel van Jezus van Nazareth. Als we schilderijen van dat tafereel in kerken of musea zien hangen, dan zien we dat Jezus gedoopt wordt als een volwassen man, een dertiger. Over de kindertijd van Jezus wordt maar heel weinig verteld in de evangelies.Alleen Mattheüs en Lucas vertellen  over de geboorte, alleen nog iets over de Opdracht van de Heer in de tempel en iets over het verloren lopen van Jezus in de tempel op 12-jarige leeftijd. Voor de rest horen we niets meer… totdat Jezus dus als volwassen man gedoopt wordt door zijn neef Johannes. We mogen dus aannemen dat hij in die tijd opgevoed wordt door zijn ouders, het vak van timmerman leert bij zijn vader, gevormd wordt en tijd krijgt om spiritueel te groeien, in wijsheid toe te nemen.

Preek bij het Feest van de Doop van Christus

Broeders en zusters,

Ik weet niet hoe dat bij jullie zit, maar ik heb altijd een beetje spijt als we thuis de kerstboom en de kerststal moeten opruimen. Het is een tijd waar ik zo graag naar toe leef en naar uitkijk en met het wegbergen van de kerstbeeldjes… is dat voorbij tot volgend jaar. Ook in onze kerk eindigt vandaag de kersttijd. De kersttijd loopt tot aan het Feest van het ‘Doopsel van de Heer’.


Als Jezus daar staat om gedoopt te worden, zien we God niet maar is er wel de stem van God die zegt: Dit is mijn veelgeliefde Zoon in wie ik welbehagen vind. En er is de Geest die als een duif op Hem neerdaalde.
De Geest? Het is misschien wel één van de moeilijkste te vatten begrippen. Wie of wat is de geest? Als de geest in de Bijbel ter sprake komt dan wordt hij vergeleken met iets wat we wel kennen: hier een duif, maar ook met de wind, een zachte bries, met iets dat gelijkt op vurige tongen…

Geest vandaag
Als we het vandaag zouden uitleggen dan is het misschien om goed om te kijken naar woorden die we veel gebruiken en waar ook iets van de geest inzit:
Groepsgeest of teamspirit: het vertelt ons hoe de sfeer, de verbondenheid eruit ziet binnen een groep. Soms valt dat reuze mee en dan zeggen we dat er een goede geest hangt in die groep. Maar het kan ook wel enorm tegenvallen en dan zeggen we dat er geen spirit in zit?

Andere woorden zijn geestdrift of enthousiasme, allebei woorden met een gelovige betekenis. Het vertelt iets over de bezieling of het vuur waarmee we zaken aanpakken; als we iemand zien waar pit in zit dan zeggen we dat hij begeesterd is. Dat is wat er met Jezus gebeurd op de dag van zijn doopsel; hij wordt geïnspireerd door het plan van God.

Dat mogen wij ons vandaag ook afvragen. Zijn we ook op dezelfde manier bezield? Lopen wij rond met het enthousiasme van een jong veulen over de liefdeswerken van onze God en staan wij te springen om daar onze schouders onder te zetten?

Ik denk dat de Geest voor ons de krachtbron kan zijn voor kerkvernieuwing. De kerk nieuw leven inblazen heeft niet zo zeer te maken met het vasthouden aan een gebouw , aan oude tradities of verloren gewoontes maar heeft te maken met de vraag of we de spirit hebben, het enthousiasme bezitten om de Blijde Boodschap in ons eigen leven uit te bouwen, uit te dragen en door te geven.

Russische getuigenis
Dat inbouwen, dat uitdragen en dat doorgeven, dat is wat we in de kerk missionering noemen.
Ik las daar onlangs een verhaal over in een column van de Nederlandse zuster Anima Christie die als missionaris in Rusland werkt. Tot voor enkele jaren was  ze de Algemene Overste van de Blauwe Zusters, een jonge congregatie die ontstaan is in Latijns-Amerika maar overal in Europa nieuwe missies sticht, ook in Nederland en Luxemburg.

In haar column zegt ze dat het in het Westen net hetzelfde is als in Rusland. In Rusland werden de kerken verwoest door de atheïstische en communistische revolutie en in het Westen staan ze leeg om dat we God vervangen hebben door geld en bezit en op zondag liever in het winkelcentrum rondhangen.

Toch zegt ze, klinkt er in het mensenhart een verlangen naar God omdat het materialisme de dorst van het hart niet kan lessen. Ze bidt tot de heilige Geest: Kom Schepper Heer, daal tot ons neer. Zend uw Geest over ons uit en maak alles nieuw!

Vanuit het raam van haar kamer kijkt ze uit over de Russische stad waar ze nu woont en ziet ze honderden flats, allemaal dezelfde, allemaal grijs van kil beton, allemaal vergane glorie van wat het communistische paradijs moest worden. Dan ziet ze onder haar vensterbank een klein vogeltje dat zich in de gaten van het beton een warm nestje heeft gezocht, achter de verwarming. De halve nacht pikt het vogeltje aan het cement. Het beestje houdt haar vaak uit de slaap maar ze kan het dit schepseltje niet kwalijk nemen. Het is de overlevingskracht van de natuur. Dit is de scheppingskracht zegt ze, die wij ook nodig hebben.

Die Russische stad waar ze woont was een volledig atheïstische stad en de mensen werden er door het regime naar toe gedeporteerd. Maar wat de overheden niet konden vermoeden is dat ze behalve de arbeidskrachten van hun lichaam, ook de rijkdom van hun ziel meebrachten. Nu staat er toch een katholieke kerk in de stad. Zeventig jaar gedwongen atheïsme heeft wat er leeft in het diepste van de menselijke natuur toch niet kunnen kapot maken.  Kerkvernieuwing is dus niet onmogelijk.

We moeten beseffen dat iedere mens een tempel is van God. Als wij ons door Gods Geest laten bewonen, dan kunnen we de klokken weer horen luiden. Kerk zijn is niet zo zeer verbonden aan gebouwen, maar wel aan mensen die samenkomen om te bidden. Dat vogeltje herinnert er haar aan dat we zelf eerst het Rijk van God moeten zoeken. Er is een zinnetje in het Mattheusevangelie dat zegt dat vogels niet zaaien en niet maaien en niet verzamelen in schuren, maar toch gevoed worden door de Vader. Zijt gij dan niet veel meer dan zij

Wel broeders en zusters, als ook wij ons weten te begeesteren, dan moeten we geen spijt hebben dat de kersttijd voorbij is, want dan leeft de vreugde van de Heer in ons, onder ons en dan komt de vernieuwing er wel.

Luc Claeys, diaken