dinsdag 28 augustus 2018

Kerktoren van Houwaart moeilijk te dateren


Vorig academiejaar (2017-2018) vroeg Ludwig Lombaerts, die archeologie studeert aan de KULeuven of hij een studie mocht maken van de kerktoren van de Sint-Denijskerk in Houwaart. We vonden dat een goed idee want zo leren we zelf ook bij over het erfgoed in onze gemeente en in onze parochiefederatie. Enkele weken geleden stuurde hij ons zijn studiewerk toe waarvoor hij een beoordeling kreeg van 19/20.

Middeleeuwse oorsprong

Op de fotowebsite van ArcheoNet Vlaanderen (https://www.flickr.com/photos/erfgoed/478483053) lezen we het volgende over de Sint-Denijskerk in Houwaart: “De Sint-Denijskerk in Houwaart (Tielt-Winge) werd voor het eerst vermeld in de 12de eeuw. De laat-Romaanse toren (ca. 1300) is het oudste deel van het huidige gebouw. In de toren werd bij de verbouwing van de kerk een nieuwe toegangsdeur in Renaissancestijl aangebracht (1768). De oude toegangsdeur is nog gedeeltelijk te zien. In een nis boven de deur staat het beeld van Sint-Denijs, de eerste bisschop van Parijs. Volgens de legende wandelde hij na zijn onthoofding met zijn hoofd in zijn handen tot op de plaats waar hij begraven wilde worden: St. Denis ten noorden van Parijs.

In de toren hangt een van de oudste klokken van het Hageland (1657). Het gerestaureerde interieur van de kerk, met een aantal merkwaardige beelden uit de 16de en 17de eeuw, is de moeite waard. Op het oude kerkhof verwijzen een aantal graven naar de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog. Het orgel in de Sint-Denijskerk is sinds 1981 beschermd.”

Recente studie

In de studie van Ludwig Lombaerts lezen we dan weer dat de toren veel moeilijker te dateren is dan wat we hierboven lezen. Dhr. Lombaerts probeerde de ouderdom te bepalen aan de hand van het uitzicht en de structuren die hij kon ontdekken in de zichtbare ijzerzandstenen. Mocht men de bepleistering kunnen wegnemen dan zou een exactere tijdsbepaling mogelijk zijn, zo stelt hij in zijn studie. Vanaf de buitenzijde van de toren konden drie fasen onderscheiden worden. Deze komen neer op een eerste bouwfase in ijzerzandsteen tot op de hoogte van de nis met het beeld van Sint-Denijs (zie foto), een bouwfase in ijzerzandsteen hierboven tot een overgang naar kalkzandsteen langs buiten en baksteen langs binnen, die dan een derde bouwfase vormt.

Op basis van zijn onderzoek kon Lombaerts vaststellen dat de onderste drie verdiepingen van de toren ouder zijn dan de 15de eeuw. Op basis van de metselwerken in de toren concludeert hij dat de bovenste twee verdiepingen jonger zijn dan de 18de eeuw. Een absolute datering van de toren is een moeilijke zaak. Op de houten constructie die de klok draagt, staat wel de datum van 1892, maar die zegt meer over plaatsing van het houtwerk dan over de ouderdom van de toren zelf.

Wie de studie zelf wil nalezen kan een mailtje sturen naar de diaken; hij stuurt u dan het document door: diaken.tielt-winge@telenet.be

Luc Claeys

donderdag 23 augustus 2018

Missiezuster (102 j.) uit Meensel-Kiezegem (Tielt-Winge) overleden


Op zondag 29 juli 2018 overleed zuster Mathilde Craeninckx, nicht van ons vader,
op de gezegende leeftijd van 102 jaar. Als 16 jarig meisje droomde ze om naar de missies te gaan. Haar vader Fons trachtte haar op andere ideeën te brengen maar ze zette door. Haar antwoord was steeds: “Ik ben geroepen door de Heer.” Dit heeft ze meermaals herhaald, en haar droom werd werkelijkheid.
Zuster Mathilde Craeninckx mer haar vader

China
Ze trad in het klooster in Gooreind waar door de zusters Franciscanessen in 1895 een congregatie en een opleidingshuis voor zuster-missionarissen gesticht was. Daar werd ze klaargestoomd voor het missiewerk. Op 21 jarige leeftijd vertrok ze naar China als Missiezuster waar ze, omwille van de culturele revolutie, na 30 jaar in november 1966 terugkeerde naar ons land.

Terug thuis en naar Indonesië
Zuster Mathilde met de familie in 1968
Een grootse hulde werd op touw gezet en de zuster werd op gepaste wijze gevierd.  Ze werd hartelijk onthaald en ik mocht in naam van de schoolgemeenschap haar dankbaar verwelkomen. Nadien zette ze haar missiewerk verder in Indonesië. In 1973 kwam ze terug naar België om zich in het klooster in Gooreind ten dienste te stellen in de palliatieve zorg en ziekenbezoek.
Door haar drukke bezigheden maakte ze tijd vrij om haar vroegere dorpsgenoten en familie te bezoeken. Ze logeerde bij ons thuis in Meensel en hielp bij de dagdagelijkse taken. Ze was soms een hele dag op pad en genoot ten volle van de mensen hun verhalen, de evolutie in het dorp en haar ouderlijk huis in de Attenrodestraat.  Samen met nonkel pastoor en ons moeder bezochten ze allerlei bezienswaardigheden, zoals de Menenpoort in Ieper, de Deltawerken in Nederland en zoveel meer. 

Een uitstap: Zr. Mathilde met de kinderen in het station
Met de trein naar Brussel met onze kinderen was geen probleem voor haar, het reizen was ook een vorm van ontmoeting met onbekenden. Zodra ze chinezen opmerkten, sprak ze hen aan. Doordat ze de taal machtig was kwam ze meteen alles over die mensen te weten. Ze was steeds opgewekt en vrolijk en ze had gevoel voor humor, een grap mocht zeker niet ontbreken.

Kloosterleven
Op bezoek gaan in het klooster was heel indrukwekkend. Eén grote gemeenschap van zusters
waar ieder haar eigen geschiedenis en temperament heeft, allen ten dienste van God. Wandelen in het park en mee aan tafel met de andere zusters waar al zingend het tafelgebed bidden de gewoonte was.
Onlangs had ik de gelegenheid om tijdens een fietstocht, waar KVLV Wuustwezel de organisator was, het voormalige klooster te bezoeken. In 2010 verlieten de laatste Franciscanessen het klooster.
De gemeente Wuustwezel en Kempisch landschap kochten de kloosterdomeinen en de vzw Amate maakte van de kloostergebouwen het woonzorgcentrum Amandia.
Waar vroeger de novicen dagelijks in de kapel kwamen bidden, doet deze nu dienst als cafetaria.
Mooie herinneringen uit een lang verleden waar we nog vaak aan terugdenken.
 
Bernadette Craeninckx

woensdag 8 augustus 2018

ONZE-LIEVE-VROUW TENHEMELOPNEMING: Twee vieringen in de parochiefederatie van Tielt-Winge


Uit de overlevering

Twee kerken in Jeruzalem zijn verbonden met de traditie van de Tenhemelopneming van Maria: de basiliek van de Dormitio Mariae (de Ontslaping van Maria) op de Sionsberg en de kerk van het graf van Maria in het Kedrondal. Volgens een apocriefe overlevering uit de vijfde eeuw, toegeschreven aan Jozef van Arimatea. Nadat Jezus de ziel van zijn moeder naar de hemel zou hebben gevoerd, brachten de apostelen haar lichaam daarna naar een graf in het Kedrondal.
Diezelfde traditie vertelt dat de apostel Tomas, die te laat was aangekomen voor de begrafenis van Maria, zag hoe zij door engelen ten hemel werd geleid en als bewijs dat het geen droom was wierp zij haar ceintuur naar de apostel. Tomas zou de andere apostelen gezegd hebben dat het graf van Maria leeg was. Vanwege zijn faam als ‘ongelovige’ werd dat door de andere apostelen niet aangenomen, waarop Tomas de ceintuur van Maria toonde. De constatering van het lege graf door de andere apostelen werd het begin van de herdenking van de Tenhemelopneming van Maria.

Toegewijd aan Maria
In onze parochies van Tielt-Winge zijn er twee kerkgebouwen die toegewijd zijn aan Onze-Lieve-Vrouw. De Onze-Lieve-Vrouwkerk van Tielt en de kapel Onze-Lieve-Vrouw ter stokskes in Houwaart. Het is dan ook passend dat we daar het Hoogfeest vieren. Om in beide parochies van onze federatie Eucharistie te kunnen vieren, plannen we de ene viering in de voormiddag, de andere in de namiddag.

Onze-Lieve-Vrouwkerk Tielt
De neogotische Onze-Lieve-Vrouwkerk in Tielt is een driebeukige kerk en dateert van omstreeks 1850. Het koor is laatgotisch en dateert uit de 16e eeuw. Gedeelten van de muren van het koor zijn nog uit de 13e eeuw en gedeelten uit de muren van het transept zijn 15e-eeuws. De kerk was in de middeleeuwen een bedevaartsoord waar Onze-Lieve-Vrouw aanbeden werd. De kerk werd in 2003 gerestaureerd. Traditiegetrouw speelt de Sint-Jozefharmonie van Tielt in de hoogmis van 15 augustus om 10:30 uur. Celebrant is E.H. Paul Schotsmans uit Bekkevoort.










Kapel in Houwaart
De kapel van Roeselberg of ook ‘Kapel ter Stokskes’
genoemd, heeft een hele periode als bedevaartsoord gekend. De kapel, toegewijd aan Onze-Lieve Vrouw ter Stokskes, staat langs de route die vele bedevaarders naar Scherpenheuvel volgden. De van origine zeer oude bakstenen kapel werd in 1789 vergroot. In 1961 werd de kapel bovendien voorzien van zijbeuken. Achter het koor bevindt zich ook nog een buitenkapel met de beeltenis van Christus in het graf, dat volgens geschriften uit het begijnhof van Aarschot zou komen. De kapel is omgeven door de typische lindebomen van vroeger en heeft bovendien een kruisweg van Herman Cornelis die werd geplaatst in 1965. De kapel was in de jaren negentig heel populair voor huwelijken. Dit idyllisch plekje ligt op de route van de Roeselbergwandeling en op een gegeerd Hagelands Fietsknooppunt. Sedert 2017 vieren we met de bedevaarders naar de kapel in de namiddag. Bij mooi weer gaat de mis van 15 augustus in openlucht door. De viering start om 14:00 uur en ook hier is de celebrant E.H. Paul Schotsmans, die in beide vieringen zal geassisteerd worden door de diaken Luc Claeys.


We wensen alle parochianen in Tielt-Winge een gezegende hoogdag!

(Bronnen: Tijdschrift voor Verkondiging, Wikipedia, Het Nieuwsblad)

dinsdag 7 augustus 2018

Herdenkingsviering oorlogsdrama te Meensel-Kiezegem


Op zondag 5 augustus 2018 herdachten we de 74ste verjaardag van het oorlogsdrama te Meensel-Kiezegem. Dat gebeurde tijdens een gebedsdienst in de Sint-Pieterkerk van Kiezegem. Nadien legde de diaken in naam van de parochiegemeenschappen in Tielt-Winge een krans neer bij het oorlogsmonument aan de kerk.

De muzikanten van Frans’ connection en organist Jonas Ver Berne zorgde voor een sfeervolle
Organist Jonas Verberne
opluistering van de gebedsdienst. Karolien Joossens die een roman schreef over het oorlogsgebeuren in onze gemeente was gelegenheidslector.

De eerste lezing op deze zondag ging over het morrende volk in de woestijn dat na hun vlucht uit Egypte klaagt over gebrek aan voedsel en water en dat van God manna kreeg. In het Evangelie zegt Jezus dan weer dat God het Brood voor ons is van eeuwig leven.
Met die teksten in het achterhoofd kunt u hier de preek lezen van deze zondag.
·         Ex 16, 2-4.12-15: Wanneer het volk van Israël in de woestijn honger heeft, zorgt God voor voedsel uit de hemel.
·         Joh 6, 24-35: Jezus is het echte brood dat God ons geeft en dat onze diepste honger stilt.

Broeders en zusters,

Toen de Israëlieten onder leiding van Mozes en Aaron door de woestijn trokken begonnen zij zich te beklagen. Het volk morde; ze waren niet tevreden en wilden terug naar de onvrijheid en slavernij van het heidense Egypte, waar daar was tenminste eten; de vleespotten gevuld en brood in overvloed. De Israëlieten waren door God bevrijd, maar het lijkt alsof ze dat al vergeten waren; God en gebod waren al van geen tel meer.

Vleespotten in Egypte
Karolien Joossens, onze gelegenheidslector tijdens de herdenkings-
viering en auteur van het boek 'De tragedie van Swerthout-Wittebeek'
In de roman ‘De Tragedie van Swerthout-Wittebeek’ die Karolien Joossens over het drama in ons dorp schreef, lees ik iets gelijkaardigs wanneer de pastoor bij de bevrijding  aan ene Firmin Snoecks vroeg: “Hoe hebt geijjj dat toch kunnen doen, Firmeijjjn, zo met die Duiijjjtesrs samenwerken?” Firmin kon niet antwoorden op het moment zelf, maar ’s avonds in zijn bed overweeg hij de volgende repliek: “Mijne pa was zen werk kwijt, en er was giejen geld. En ig moest stoppen mee studeren. En ig moest kiezen: gon werken, of mijn ouders ontlasten door op verlengd kamp te gaan bij de VAVV. Waar da ze aan sport deejen, en ge gratis eten en drinken kreeg, en een bed, en waar da ge betaald werd om mee te hellepe aan werken van openbaar nut”  De vleespotten van Egypte gevuld en brood in overvloed, daar moest ik aan denken bij het lezen van dat fragment.

In de oorlogsjaren ging de meerderheid van de dorpsmensen naar de kerk en uitten ze zich als christenen, katholieken, volgelingen van Jezus Christus. Toch heeft dat geloof de gemeenschap niet belet om mensen om te brengen en over te dragen aan de bezetter. Het doet ons de vraag stellen over de diepte van ons geloof, broeders en zusters. Zijn we werkelijke volgelingen van Jezus Christus of is het slechts een laagje vernis? Dat is ook de kritiek van Jezus in het Evangelie aan de volgelingen die Hem opzoeken: “Jezus nam het woord en zeide: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Niet omdat gij tekenen gezien hebt, zoekt ge Mij, maar omdat gij van de broden hebt gegeten tot uw honger was gestild.”

Zijn we ‘echt’ christenen?
Het is geen problematiek van de 15de eeuw voor Christus ten tijde van de Uittocht, niet van 2000 jaar geleden, niet van de periode 1940-1945, het is één van alle tijden. Ik las nog maar pas een interview met de onlangs gecreëerde kardinaal uit de Madagaskar die zich naar aanleiding van de grote problemen het volgende antwoordt op een vraag over de uitdagingen voor zijn land: Met welke bijzondere uitdaging wordt de Kerk in uw land geconfronteerd?

“Met de noodzaak om de evangelisatie te verdiepen. Ik vraag mij het volgende af: waarom bevinden wij ons in een dergelijke kritieke situatie terwijl het aantal christenen blijft toenemen en de meeste van onze politieke leiders christenen zijn? Indien wij werkelijk christenen zouden zijn, dan zouden wij ons in een andere situatie bevinden. Vandaar mijn vraag: hoe diep is ons geloof? Wat het aantal betreft zitten we goed, maar dit is niet wat van essentieel belang is. Wanneer iemand zijn geloof verkondigt, maar de volgende dag zijn buren berooft of zich helemaal niet voor het leven van anderen interesseert, dan gaat het om een geloof dat niet ten volle wordt beleefd.”
Dus mogen wij ook onszelf, broeders en zusters, allemaal de vraag stellen wanneer we straks na de homilie ons geloof zullen belijden. Is het diep genoeg? Zijn we vandaag hier omwille van deze herdenking of nemen we echt het engagement op om het Evangelie deel uit te laten maken van ons leven?

En vandaag in Meensel-Kiezegem?
Zusters en broeders, sedert begin juni vangen we Syrische oorlogsvluchtelingen op in de pastorie van Kiezegem, enkele honderden meters van deze kerk in dit dorp met zijn belanden geschiedenis. Het zijn Syrische orthodoxe christenen die hun streek zijn ontvlucht omwille van pesterijen en onverdraagzaamheden en oorlogsgeweld. Hun moedertaal is het Aramees, de taal van Jezus, maar ze spreken ook Arabisch, de omgangstaal die ze hanteren met de andere Syriërs. Toen ik vlak voor de opvang van deze christenen het waagde op de Facebookgroep van “Ge zijt van Tielt-Winge” te vragen of er iemand was die ons kon helpen om te vertalen van het Arabisch naar het Nederlands, kunt ge u niet voorstellen hoeveel bagger ik over me heen gekregen heb. Een van onze oud dorpsgenoten die nu in Bekkevoort woont en mijn vraag verdedigde, belde me kort nadien op om te vragen de post weg te halen omdat hij zich bedreigd voelde, ja zelfs door oud-dorpsgenoten die hij persoonlijk kende.
Eén van de lokale politici die het ook had gelezen, verzuchtte tegen mij: “Ik hoop dat het niet onze kiezers zijn.”

Diaken Luc Claeys legt een krans vanwege de parochie neer aan het oorlogsmonument
Ik vrees dat het wel kan: Extreemrechts nationalisme, uiterst links socialisme, een rabiaat liberalisme, populistisch conservatisme en een ongenuanceerd katholicisme, ze kunnen allemaal tot deze uitwassen leiden. We dragen dus allen een grote verantwoordelijkheid naar de mensen toe naar wie om hun stemmen zullen hengelen bij de volgende verkiezingen.
Een paar dagen geleden luidde nog een priester uit Zeebrugge de noodklok omdat hij doodsbedreigingen ontving na het geven van eten en drinken aan vluchtelingen, broeders en zusters. Eten en drinken; kwartels, manna en water aan vluchtelingen uit Egypte.
Wij die hier als christenen samenzijn hebben ook een verantwoordelijkheid. Het is onze opdracht om Christus, de vredesvorst werkelijk, het middelpunt te maken van ons leven, de drijfveer van ons handelen en denken. Laten we dat in de stilte voor het uitspreken van ons geloof overwegen.

Luc Claeys p.di.